Coinbase heeft een belangrijke juridische overwinning behaald, aangezien een federale rechter de cryptocurrency-beurs heeft toegestaan om een tussentijds beroep in te dienen bij het Hof van Beroep voor het Tweede Circuit. Deze ontwikkeling komt voort uit de lopende juridische strijd met de U.S. Securities and Exchange Commission (SEC) over de juridische status van cryptocurrencies.
Rechter Katherine Failla heeft toestemming gegeven voor Coinbase's verzoek om in beroep te gaan tegen haar beslissing van maart 2024, waarin het verzoek van het bedrijf voor een vonnis werd afgewezen. Paul Grewal, chief legal officer van Coinbase, kondigde deze vooruitgang aan op 7 januari, waarbij hij de sterke oppositie van de SEC tegen het tussentijds beroep benadrukte. Deze beslissing wordt gezien als een grote overwinning voor Coinbase, omdat het het bedrijf in staat stelt de claims van de SEC voor de rechter uit te dagen.
De SEC diende aanvankelijk op 6 juni 2023 een klacht in tegen Coinbase. Zij voerde aan dat Coinbase zich niet had geregistreerd als makelaar, nationale effectenbeurs of clearingbureau, ondanks dat zij zich met deze rollen bezighielden. Bovendien beschuldigde de SEC Coinbase van het schenden van effectenwetten door tokens aan te bieden zoals SOL, ADA en MATIC, die volgens de Howey-test als effecten worden beschouwd.
Als reactie hierop diende Coinbase in juni 2023 een motie in om de rechtszaak te laten seponeren. Zij betoogde dat deze tokens de contractuele verplichtingen missen die typisch zijn voor effecten en dat haar activiteiten buiten de jurisdictie van de SEC vallen. In maart 2024 werd de motie echter gedeeltelijk toegewezen en afgewezen, wat leidde tot het verzoek om certificering van een tussentijds beroep.
Rechter Failla certificeerde in haar uitspraak van 7 januari de order voor beroep, met vermelding van een "bepalende rechtsvraag" met betrekking tot de toepassing van de Howey-test op crypto-activa. Zij benadrukte de tegenstrijdige meningen hierover en suggereerde dat het oplossen van dit probleem de handhavingsactie van de SEC tegen Coinbase aanzienlijk zou kunnen bevorderen.
Zij wees ook op onopgeloste zaken in andere prominente zaken waarbij de SEC betrokken is, zoals die tegen Ripple Labs. De Ripple-zaak onderstreepte onderscheid tussen tokens verkopen aan institutionele beleggers en detailhandelskopers, een punt dat Coinbase pleitte dat rechtbanken overwegen. Bovendien voerde Coinbase aan dat goederen hun eigen waarde hebben, onafhankelijk van hun ecosystemen. Failla verwierp echter de beperktere interpretatie van Howey door het platform. Zij benadrukte dat het ontbreken van formele contractuele verplichtingen crypto-activa er niet van uitsluit om als effecten te worden geclassificeerd als kopers winsten anticiperen uit de inspanningen van anderen.
"Er is inderdaad een substantieel geschil over hoe Howey wordt toegepast op crypto-activa en de rol van het omringende digitale ecosysteem in die analyse," merkte Failla op. Zij erkende het onzekere juridische landschap en beschreef de toepassing van de Howey-test op digitale ecosystemen als een "moeilijke kwestie van eerste indruk voor het Tweede Circuit."
Deze gerechtelijke beslissing benadrukt de complexe juridische uitdagingen voor de regulering van cryptocurrencies. De oplossing van het beroep van Coinbase kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de sector.